Blog

Mislukt warmtenet, zwak verdienmodel

Vooral in stedelijke gebieden zijn warmtenetten een oplossing voor de warmtevraag. De praktijk, en vooral de financiële kant van de zaak, is anders. Dat blijkt uit een rapport van onderzoekbureau Berenschot over het mislukte warmtenet in Den Haag.
Profielfoto van Lennert Hut
3 juni 2024 | 2 minuten lezen

Het onderzoek laat zien dat de potentie nog altijd groot is, maar het verdienmodel de grote spelbreker is.

Berenschot kreeg de opdracht om te onderzoeken waardoor warmtenetten zo slecht van de grond komen, ondanks de vele voordelen. Marktpartijen deinzen terug voor de financiële risico’s en gemeenten kunnen niet alleen bijspringen en alleen is de expertise vaak niet aanwezig.

Consument vlucht naar all-electric warmtepomp

Om deze reden komen huishoudens steeds vaker uit bij all-electric oplossingen, terwijl dit het elektriciteitsnet nog meer belast. Berenschot rekende uit dat de kosten voor netverzwaring in 2030 uitkomen op zo’n 30 miljoen euro. De nationale meerkosten van all-electric oplossingen liggen hiermee zo’n 40% hoger, vergeleken met het collectief aansluiten op een warmtenet.

De onderzoekers merken op dat dit wel afhankelijk is van het type woning en het bezit ervan.

Collectief bezit is uitkomst voor ontwikkelaars warmtenetten

Goed geïsoleerde woningen zijn beter af met een all-electric oplossing. Ontwikkelaars van een warmtenet sluiten het liefst eerst het corporatiebezit aan, omdat een appartementen vaak een uniforme warmtevraag hebben en corporaties veel woningen in een keer kunnen aanpakken.

Om te zorgen dat warmtenetten tijdig gerealiseerd kunnen worden, wordt het tijd dat het individuele en het maatschappelijke belang met elkaar in lijn te worden gebracht, stelt het rapport. Dit vergt aanpassingen aan de manier waarop kosten en baten worden verdeeld tussen de verschillende warmteoplossingen.

Casus: gestaakt warmtenet in Den Haag

Als casus heeft Berenschot het gestaakte warmteproject in Den Haag genomen. Het warmtenet leek een uitkomst voor de 111.000 woningen, maar kwam door de hoge kosten niet van de grond.

De kosten zijn bepaald aan de hand van een startanalyse van PBL over de nationale kosten voor 5 methodes voor verwarming van woningen:

  •  Individuele elektrische warmtepomp|
  •  Warmtenet met midden- en hoge temperatuurbronnen
  •  Warmtenet met lagetemperatuurbronnen
  •  Groen gas
  •  Waterstof

De typen zijn vergeleken met de klassieke cv-ketel op aardgas.

Den Haag is een casestudy voor het potentieel van warmtenetten. Hier heeft de gemeente voorbereidende werkzaamheden getroffen om een middentemperatuur (MT) warmtenet te ontwikkelen. Dit netwerk, gevoed door restwarmte en geothermie, zou in 2030 operationeel kunnen zijn, mits de financiële en technische uitdagingen overwonnen worden.

In Den Haag worden de kosten voor een warmtenet geschat op 75 miljoen euro per jaar, terwijl de nationale meerkosten voor all-electric oplossingen 105 miljoen euro per jaar bedragen. De hogere kosten voor netverzwaring en de complexiteit van isolatiemaatregelen maken all-electric oplossingen duurder op nationaal niveau.

Advies voor verbetering businessmodel voor warmtenetten

Om warmtenetten aantrekkelijker te maken, is een herziening van de Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) noodzakelijk, zeggen de onderzoekers. De huidige voorwaarden van de WIS subsidie uit 2023 sluiten onvoldoende aan bij de behoeften van de markt. Een hogere rendementseis zou het financieringsgat kunnen verkleinen en de eindgebruikerskosten verminderen.

Daarnaast zijn er volgens het rapport andere maatregelen nodig om warmtenetten te versnellen:

  • Vertrouwen van eindgebruikers: Het vergroten van vertrouwen in warmtenetten door transparante communicatie en garanties over betaalbaarheid.
  • Verdeling van risico's: Een eerlijke verdeling van risico's tussen gemeenten, marktpartijen en eindgebruikers.
  • Arbeidscapaciteit: Het vergroten van de beschikbaarheid van technisch personeel voor de aanleg en onderhoud van warmtenetten.

Conclusie van de opstellers

Warmtenetten en all-electric oplossingen hebben beide hun voor- en nadelen. Warmtenetten bieden lagere nationale kosten en zijn in stedelijke gebieden met een hoge bebouwingsdichtheid economisch voordelig. Maar voor individuele huishoudens zijn all-electric oplossingen vaak aantrekkelijker vanwege de lagere maandelijkse kosten.

Om de transitie naar duurzame warmteoplossingen te versnellen, is het cruciaal om de kosten en baten beter op elkaar af te stemmen en de voorwaarden voor subsidies zoals de WIS te herzien.

Den Haag is hierbij als een belangrijk voorbeeld van hoe warmtenetten een haalbaar en economisch voordelig alternatief kunnen zijn, op voorwaarde dat de juiste maatregelen worden getroffen.