TVVL schept duidelijkheid over brand- en rookklassen van kabels
Er zijn veel maatregelen die samen ervoor zorgen dat een gebouw brandveilig is. Een van die maatregelen is het toepassen van kabels die brandvertragend werken en minder of geen gevaarlijke rook en gassen produceren. Toch is het niet nodig om deze kabels in elke situatie toe te passen. Waar en wanneer dit wel nodig is, weten veel ontwerpers en installateurs niet. Met een tweetal gerichte workshops brengt TVVL duidelijkheid in deze materie.
Tot niet zo lang geleden was er de NEN 8012:2015, een norm die informatie gaf over het gebruik en de toepassing van kabels die een bepaalde brandveiligheid boden. Maar sinds juli 2017 gelden er Europese brand- en aanvullende klassen voor kabels. Op basis van die Europese klassen regelt het Bouwbesluit wanneer en in welke ruimten de vakman kabels met de desbetreffende brand- en rookklasse moet toepassen. Van de aanvullende klassen is volgens het Bouwbesluit alleen de rookklasse van belang. De eisen ten aanzien van brandveilige kabels in het Bouwbesluit zijn anders dan die in de private, ‘oude’ NEN 8012 zijn opgenomen. Afgelopen jaar heeft NEN daarom een wijzigingsblad voor de NEN 8012 uitgebracht en ook werkt men aan een nieuwe norm. “Toch is er nu redelijk veel onduidelijkheid waardoor installatie-ontwerpers en installateurs op dit moment niet precies weten waar zij aan toe zijn”, zegt John van Zweden, senior inspecteur en adviseur bij Engie Services Nederland. “Het is daarom goed dat de twee workshops, die TVVL nu aanbiedt, duidelijke hands-on informatie biedt.”
‘Regelgeving is geen cursusboek’
“De bouwpraktijk stelde tot 1 juli 2017 meestal geen eisen aan het brandgedrag van elektrische leidingen. Veel elektrische leidingen werden weggewerkt in wanden, vloeren en plafonds waardoor ze niet aan de binnen- of buitenlucht grensden. De eisen die golden voor de brandeigenschappen van leidingen waren daardoor ook niet van toepassing, zegt Van Zweden. “Toen in 2020 het Bouwbesluit brand- en rookklassen voor permanente, elektrotechnische installaties in gebouwen opnam, heeft dat enerzijds voor duidelijkheid maar anderzijds ook voor verwarring gezorgd. Vooral doordat de vakmensen niet precies weten wanneer en waar je die kabels moet gebruiken. Het is namelijk een feit dat regelgeving en normen geen cursusboeken zijn. Wie uitsluitend de regelgeving tot zich neemt, weet niet meteen hoe hij of zij deze in de praktijk moet toepassen. Terwijl ik juist vind dat een vakman moet weten waar het toepassen van dergelijke kabels zin heeft en waar helemaal niet.”
Rol van brandveilige kabels
Van Zweden vertelt dat een ontwerper en installateur vooral moeten bedenken wat de rol is van brandveilige kabels. “Het toepassen van brandveilige kabels in een leefruimte, die vol staat met brandbare meubels en andere ontvlambare materialen, is niet zinvol. Maar vluchtroutes en verblijfruimtes, waardoor mensen snel naar buiten moeten kunnen, zijn natuurlijk wel plaatsen waar je die kabels wilt gebruiken. Daarnaast zie je ook steeds vaker dat het beperken van gevolgschade een belangrijk argument is om brandveilige kabels toe te passen. Denk bijvoorbeeld aan de risico’s van een brand in een datacentrum. Veel gevaar voor mensen heb je daar niet, maar de gevolgschade van een brand is daar wel erg groot.”
Meer inzicht van ontwerpers
Het Bouwbesluit biedt wel degelijk wat ruimte in de wijze waarop men kabels met een bepaalde brand- en rookklasse moet toepassen. “Alleen vraagt dit wat meer inzicht van de ontwerper of de installateur”, vindt Van Zweden. “Bijvoorbeeld de alsmaar groeiende hoeveelheid datakabels die we in gebouwen toepassen, vergroten natuurlijk de hoeveelheid brandbaar materiaal. Maar die enorme hoeveelheid maakt ook dat de kosten voor de opdrachtgever flink kunnen oplopen als je overal, zonder precies te weten waarom, de kabels met de hoogste brandklasse toepast. Daarom moet je ook weten wat zinvol is. Zijn er in een vluchtweg bijvoorbeeld meerdere uitgangen, dan hoef je niet, of aan een minder strenge brandklasse te voldoen. Is er een sprinklerinstallatie, dan geldt er ook weer een vrijstelling.”
Zelf parate kennis hebben
Van Zweden vindt dat zowel ontwerpers als installateurs zich echt moeten verdiepen in deze materie. “Niet elk bouwwerk wordt door een adviesbureau voorgekookt, dus een installateur zal zelf parate kennis moeten hebben. Zeker als een installateur of ontwerper niet goed bekend is met het Bouwbesluit of uitsluitend de regels van de NEN 8012 kent, dan loopt hij het risico dat hij in conflict komt met de verplichtingen die de huidige wet hem oplegt. Je wil niet dat achteraf komt vast te staan dat jij kabels met een te lichte brand- of rookklasse hebt toegepast. Maar je kunt ook te ver doordraven en overal kabels met de hoogste brandklasse gebruiken; dat zal de opdrachtgever niet in dank afnemen. Het kan je zelfs de gunning van bepaalde opdrachten kosten.”
Workshop ‘Kabels kies je zo’
De twee workshops die TVVL nu aanbiedt, de basisworkshop en de expertworkshop ‘Kabels kies je zo’, zijn bedoeld voor zowel bestekschrijver, adviseur, distributeur als installateur. In de lessen vormt het Bouwbesluit de leidraad, waarbij de docenten ervoor zorgen dat zij de cursisten informeren over de relatie tussen de Europese regels, het Bouwbesluit en de NEN-normen. Toch is het uiteindelijke doel van de lessen dat de vakman in staat is om een veilig bekabelde installatie te maken, zonder overdaad of onrealistische toepassingen.
Cursusboek en selectiekaart
“Het cursusboek dat de deelnemers ontvangen, is echt een prima handleiding. Hij legt goed uit hoe je met bepaalde situaties moet omgaan. Er zitten voorbeelden in maar je leert daarmee ook kijken naar specifieke omstandigheden op basis waarvan je dan de verschillende mogelijkheden kunt vaststellen”, zegt Van Zweden. Een ander handig hulpmiddel dat de cursisten ontvangen, is de TVVL selectiekaart. Hiermee, in combinatie met de inhoud van het cursusboek, zijn de deelnemers in staat om zelfstandig kabels met de juiste brand- en rookklassen volgens het Bouwbesluit te kiezen, te adviseren en toe te passen..