Blog

Waterstofverwarming: van demonstratie naar echt

Profielfoto van Albert van der Molen
19 november 2019 | 3 minuten lezen

Over waterstof als alternatief voor fossiel aardgas voor verwarming van de bestaande gebouwde omgeving wordt veel gepraat en veel geschreven. Ervaring leert dat e.e.a. tastbaar moet zijn voor zowel beleidsmakers als eindgebruikers. Daarom vinden op dit moment in Nederland demonstratieprojecten plaats en wordt gewerkt aan ‘echt’.

Demonstratieproject: Rozenburg

In Rozenburg worden speciaal daarvoor ontwikkelde 100%-waterstof-cv-ketels van drie verschillende partijen, te weten Bekaert, Remeha en GasTerra i.s.m. DNV GL gedemonstreerd. De ketels zijn opgesteld in een bestaand appartementencomplex van woningstichting Ressort Wonen, de 100% waterstof (groen, uit elektrolyse) arriveert daar via een niet-aangepaste bestaande aardgasleiding van regionale netbeheerder Stedin. Dit is een demonstratieproject dat na een bepaalde tijd beeindigd kan worden zonder dat eindgebruikers daar last van hebben omdat zowel een aardgasketel als een aardgasleiding nog steeds beschikbaar zijn.

Echt: Stad aan ’t Haringvliet

Diverse partijen onderzoeken serieus of het mogelijk is om de aardgasverwarming in Stad aan ’t Haringvliet m.i.v. 2025 te vervangen door 100%-waterstofverwarming. Gaat dat lukken, dan zal door het bestaande aardgasnet ter plaatse geen fossiel aardgas meer stromen maar 100% groene waterstof. Stad aan ’t Haringvliet ligt op Goeree-Overflakkee, dat door de aanwezigheid van wind- en zonneparken bij uitstek geschikt is voor de productie en toepassing van groene waterstof. Om het dorp helemaal over te laten stappen op waterstof, moeten er technisch drie zaken worden geregeld: de productie, het transport en het thuisgebruik van waterstof. Als netbeheerder gaat Stedin alleen over het transport van waterstof via het bestaande gasnet. Hiervoor moet Stedin het gasnet aanpassen en moeten alle bestaande aardgasketels bij eindgebruikers worden vervangen door 100%-waterstof-cv-ketels. Als dit doorgaat is geen sprake van een demonstratieproject, dit is echt. Onder alle omstandigheden zal in de warmtevoorziening van eindgebruikers moeten worden voorzien, daarom is ‘de stekker er uit trekken’ geen optie. Het moet in één keer goed. Daarom wordt elders voorbereid: de opmaat naar Stad aan ’t Haringvliet vindt plaats in Rozenburg.

Uitdagingen

De grootste uitdaging zit mijns inziens in draagvlak. Mijn motto is: zonder acceptatie geen innovatie. Eindgebruikers dienen zowel voor- als nadelen van waterstofverwarming als van de alternatieven te kennen en kunnen vervolgens een weloverwogen keuze maken.

Is er al voldoende groene waterstof om fossiel aardgas overal te vervangen? Deze vraag is suggestief want waterstof is niet het nieuwe aardgas. Nu geldt ‘one size fits all’ want aardgas wordt bijna overal toegepast voor verwarming. Willen we de energietransitie betaalbaar houden, dan is het verstandig om te kijken welke verwarmingsoptie op welke locatie niet alleen technisch mogelijk maar vervolgens ook maatschappelijk optimaal is. Uit analyses voor het verzorgingsgebied van regionale netbeheerder Stedin blijkt dat er plaatsen zijn waar rationeel gezien een collectief warmtenet maatschappelijk wenselijk is, dat er plaatsen zijn waar je op een elektrische warmtepomp uitkomt, en dat er plekken zijn waar inzet van een duurzaam gas in de maatschappelijk wenselijke oplossing resulteert. Maatwerk dus, waarvan de uitkomsten binnenkort beschikbaar zullen komen onder de naam ‘Openingsbod’. Ik durf te stellen: er zijn meer plekken waar je niks met waterstof zou moeten willen dan wel maar er zijn plekken waar het op zijn minst de moeite waard is om de mogelijkheid serieus te onderzoeken. En dat gebeurt in Stad aan ’t Haringvliet, waar vanwege o.a. woningbestand en geografische ligging waterstof kansrijk lijkt.

De meerwaarde van ‘echt’

Ik denk dat de meerwaarde van een echt project van substantiele omvang niet onderschat mag worden. Het zal niet alleen landelijk maar ook internationaal waterstof definitief op de kaart zetten voor verwarming van de bestaande gebouwde omgeving. Een dergelijk project zal laten zien dat eindgebruikers m.b.v. hogetemperatuurverwarming op 100% waterstof in eigen tempo kunnen isoleren en wellicht 15 jaar later – wanneer de 100%-waterstof-cv-ketel aan vervanging toe is – alsnog de overstap maken naar een lagetemperatuursysteem op elektriciteit dan wel met een brandstofcel i.c.m. een duurzaam gas. Geen lock-in door inzet van 100% waterstof door hogetemperatuurverwarming, integendeel: alle opties blijven open terwijl de hobbel bij het verlaten van fossiel aardgas geminimaliseerd wordt. Alle reden voor mij om de schouders te blijven zetten onder ‘echt’.

 

Albert van der Molen, expert asset management bij Stedin Netbeheer B.V.

(Projectleider waterstofproject Rozenburg, voorzitter kernteam waterstof Stad aan ’t Haringvliet, projectleider Openingsbod Stedin)