Print blogartikel
Blog
Een comfortabele woning: mag het ook wat minder?
Meer dan €1 miljard, een energiecentrale ter grootte van de Eemscentrale a €3 miljard en een milieu-impact vergelijkbaar met 300.000 m3 beton. Ik was benieuwd naar de impact van het wijzigen van de huidige eisen die we aan nieuwbouw(koop-)woning stellen.

14 april 2025 | 7 minuten lezen
Tenminste 22 graden in de woonkamer, 22 graden in de slaapkamers en 22 graden in de badkamer. En wel bij een buitentemperatuur van -10. En ook nog eens grotendeels in de ruimten tegelijk. Niemand die dit betoog leest, zal zich hierin herkennen en beamen dat dit een situatie is hij/zij toepast.
En toch wordt de warmtevoorziening hierop bepaald[1].
In het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) liggen geen concrete eisen vast ten behoeve van de minimale temperaturen in de woning. De eisen die ik hierbij noem komen van de zogenaamde Garantiefondsen. Het keurmerk wordt afgegeven door Stichting GarantieWoning[2]. Woningborg, SWK of BouwGarant zijn de partijen die een keurmerk mogen leveren namens de stichting.
Garantie voor afbouw en kwaliteit
Dit zijn organisaties die woningeigenaren met name garanties bieden op de afbouw van hun woning in het geval de aannemer failliet mocht gaan. Daarnaast stellen ze sterke eisen aan de kwaliteit van de woningen, zoals voor de binnentemperaturen. Ongeveer 90% van de nieuwbouwwoningen wordt volgens de Stichting van een dergelijk keurmerk voorzien.
Het bevorderen van kwaliteit bij nieuwbouw kan niemand tegen zijn. Het onderstaande dient dan ook niet om nut en noodzaak van het keurmerk ter discussie te stellen. Maar wat is het effect van de genoemde temperatuureisen op geld, netcongestie en milieu-impact? In het Uitvoeringsplan van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie is dit als een van de speerpunten rondom installaties meegegeven[3]. Ik probeer het effect op de figuurlijke achterkant van een sigarendoos te duiden door mijn eigen woning als voorbeeld te nemen.
De voorbeeldcase
Zelf ben ik (mede-)eigenaar van een tweekapper uit 2017. In de trapkast staat een warmtepomp opgesteld van 6,5 kW (Itho Daalderop WPU 4 6.5 op een centraal WKO-net). De zolder is opgeleverd als onbenoemde ruimte en kent daarmee geen 20 graden als uitgangspunt, ik verwacht anders dat de warmtepomp nog een maatje groter was geweest. De benedenverdieping meet ongeveer 74 m2 BVO, de eerste verdieping meet 53 m2 GBO, waarvan de badkamer 6 m2 BVO is.
De zolder tenslotte is qua vloeroppervlak even groot als de 1e verdieping, maar is onverwarmd en als gevolg van de schuine kap beperkt in vloeroppervlak. Wanneer ik de 6,5 kW deel op de verwarmde m2 (inclusief hal en overloop) dan is er 51 W/m2 aan verwarmingscapaciteit nodig. In het huis worden alleen de benedenverdieping en badkamer verwarmd. Ten behoeve van de verwarming zou een warmtepomp van (74 + 6) X 51 = 4,1 kW benodigd zijn. Voor het vullen van het boilervat t.b.v. tapwater is dit ook toereikend.
De warmtepomp in mijn huis is van Itho Daalderop. In het onderstaande wordt de huidige generatie van de WPU dan ook als voorbeeld gebruikt. De eerste in de range die voldoet wordt daarmee een 4,5 (met een verwarmingsvermogen van 4,3 kW) Warmtepomp. In het onderstaande betoog wordt de 6,5 dan ook met een 4,5 van hetzelfde type vergeleken.
Prijs
Laten we bij het eenvoudigste beginnen, de prijs. De (bruto) prijs van de 4,5 is €1.054[4] (excl BTW) lager dan de 6,5. Het verschil zal netto daarmee zo’n €700 per woning bedragen.
Ook de bron kan kleiner. De hoeveelheid energie die wordt gevraagd zal niet veranderen. Het maximale vermogen dat de bron moet leveren echter wel. De 6,5 vraagt 0,44 l/s, de 4,5 heeft 0,33 l/s nodig[5]. In theorie kunnen de WKO-bronnen of bodemlussen daarmee 25% kleiner worden gemaakt. Ook daar is op woningniveau minimaal €1.500 (excl BTW) te besparen. Per saldo verlaagt een kleinere warmtepomp de stichtingskosten per woning met ongeveer €2.200 (excl BTW).
Netcongestie
Praktisch iedereen kent de berichten uit het nieuws. Ons energienet zit overvol en zorgt voor een stagnatie in de nieuwbouwopgave. Laat ik vooropstellen dat voor een groot deel van de (gestapelde) nieuwbouw een collectieve warmtepomp (met meerdere aangesloten appartementen) een meer netbewuste opgave betreft. Voor grondgebonden woningen is een individuele warmtepomp nog steeds een goede en reële optie.
Het nominale opgenomen vermogen van de 6,5 kW betreft 1,4 kWe. Voor de 4,5 kW geldt vermogen dat 35% lager ligt: het betreft hier “slechts” 0,9 kW. Dat is een aanzienlijk verschil. Nog belangrijker is dat voor de 6,5 kW een 400V aansluiting benodigd is en dat de woning daarom van een zogenaamde 3-fasen- aansluiting (3x25A; 11 kW in totaal) moet zijn voorzien.
De 4,5 kW heeft voldoende aan 230V en dat past op een 1-fase aansluiting[6]. Woningen zouden daarmee wellicht aan 1x35A-aansluiting (8 kW) voldoende hebben. Uiteraard heeft dit mogelijk effect op de te kiezen indictiekookplaten en zeker op de laadsnelheid van de auto, maar het is het onderzoeken waard of dit past. De noodzaak voor een 3x25A-aansluiting wordt echter weggenomen.
Milieu-impact
Hier zijn we aanbeland aan het complexe deel. Welke verschillen ontstaan in dit vergelijk met betrekking tot de milieu-impact? In de Nationale Milieudatabase heeft Itho Daalderop geen cat. 1 kaarten gedeponeerd. Er zijn wel cat. 2 kaarten beschikbaar[7]. Dit biedt voor dit vergelijk echter te weinig diepgang. Ook in andere landen is gedetailleerde informatie niet beschikbaar.
In de NMD bevinden zich wel productkaarten, de beruchte, van Vaillant[8]. Toevalligerwijs zit er tussen de twee beschikbare cat. 1-kaarten van Vaillant ook een vermogensverschil van 2 kW (7 vs 5 kW). De milieukosten nemen bij Vaillant met 8% af. Ik laat de milieu-impact van het verkleinen van de bronnen of lussen en het achterwege laten of verminderen van de vloerverwarming in de slaapvertrekken achterwege bij een gebrek aan data.
Wanneer we specifiek naar de Itho’s kijken dan zien we dat de afmetingen identiek zijn. De 6,5 kW is echter 11 kg (ruim 10%) zwaarder. Kijkend naar een zogenaamde Bill of Materials zoals deze bijvoorbeeld in Frankrijk beschikbaar is[9], dan is het aannemelijk dat dit mede wordt veroorzaakt door de toepassing van koper, een van de zogenaamde Kritische Metalen.
Van de genoemde 11 kg wordt 0,2 kg veroorzaakt door het koudemiddel. Het koudemiddel in de WPU is R134a. De GWP van dit koudemiddel is 1430. Dat betekent dat 0,2 kg extra koudemiddel een extra CO2-equivalent van 286 kg oplevert.
Totale nieuwbouwopgave
Bovenstaande getallen zijn interessant maar absoluut gezien in de marge.
Wanneer we echter veronderstellen dat alle nieuw te realiseren rij-, 2-onder-1-kap- en vrijstaande woningen worden voorzien van een dergelijke configuratie dan betreffen dit ineens ongeveer 475.000[10] woningen (52%) van de te realiseren 900.000 woningen voor de periode tot en met 2030[11].
Niet ondenkbaar, in 2024 zijn namelijk ongeveer 50.000 van de 82.000 opgeleverde woningen voorzien van een warmtepomp[12].
De absolute getallen zijn dan uiteraard van een andere orde:
Prijs | = 475.000 x 2.200 = | €1,05 miljard |
Netcongestie | = 475.000 x (11-8 kW) = | 1.425 MW |
Milieu-impact (MKI) | = 475.000 x (187,7 – 172,9) | €7.030.000 |
De prijs spreekt uiteraard voor zich. Om een beeld te vormen bij de impact op netcongestie, 1.425 MW is maar net kleiner dan de capaciteit van de grootste energiecentrale in Nederland (Eemshavencentrale van RWE met 1.560 MW, die overigens ruim €3 miljard kostte). De schaduwkosten komen overeen met de milieu-impact 300.000 m3 beton.
Installatiearm(-er)?
Op het bovenstaande zal ongetwijfeld wel wat af te dingen zijn. Zo is natuurlijk lang niet iedere woning een tweekapper. De tweekappers en vrijstaande woningen hebben relatief gezien de hoogste warmtevraag per m2 als gevolg van de extra verliesoppervlakken, de extra buitengevels in vergelijking met een rijwoning. Op basis hiervan is te verwachten dat het verschil in vermogen (6,5 vs 4,3 kW) beperkter is en dat de getallen daarmee ook kleiner zijn. Maar zelfs wanneer we bovenstaande getallen door twee delen dan is het effect significant.
Buiten kijf staat dat er kwalitatief goede woningen gebouwd moeten worden. Per saldo verlengt kwaliteit de levensduur en heeft een positieve bijdrage aan de mate van circulariteit. Maar de eisen kunnen vanuit de huidige problematiek zeker nog eens tegen het licht gehouden worden.
De afgifte in een slaapkamer kan in de situaties dat er wel wordt verwarmd worden vervangen door een infraroodpaneel of elektrisch kacheltje/radiator indien gewenst. Ook deze kennen uiteraard een kostenplaatje en milieu-impact, maar dit is naar verwachting significant minder. Het bovenstaande is een eerste vingeroefening, waarop wel het e.e.a. af te dingen zal zijn.
Wat mij betreft dient het echter om de discussie te starten over de mate van comfort die we denken nodig te hebben versus de schaarste van materialen én elektrisch vermogen. Mocht je op het bovenstaande dan ook op- en/of aanmerkingen hebben die de opgave scherper krijgen, laat het dan vooral hieronder weten!
[1] Zie o.a. https://cms.swk.nl/app/uploads/2023/12/Module-II-A-2024.pdf
[2] De Stichting is opgezet door NEPROM, BouwendNederland en Vereniging Eigen Huis. Hiermee is de keten van planvorming tot eindgebruiker vertegenwoordigd.
[3] https://circulairebouweconomie.nl/thema-installaties/
[4] Prijs op 31-03-2025 volgens website Itho Daalderop https://www.ithodaalderop.nl/nl-NL/professional/productoverzicht/a02_01
[5] Zie voor alle technische details van beide warmtepompen https://ithodaalderop.compano.com/Data/Environments/000001/Attachment/Bijlage/A02_Warmtepompen/A02_01_Grond/A02_01_01_WPU/A02_01_01_02_WPU%205G/B01_06_MTE/01-04938-002%20%20Installatie%20WPU%20I-5G%20(nl).pdf
[6] Ook de varianten van de WPU die voorzien zijn van een extra elektrisch element hebben geen 3-fasen-aansluiting nodig. Het element heeft een vermogen van 2 kW.
[7] Zie https://milieudatabase.nl/nl/viewer/milieuverklaring/nmd_95913/
[8] Zie https://milieudatabase.nl/nl/viewer/milieuverklaring/nmd_92349/ en https://milieudatabase.nl/nl/viewer/milieuverklaring/nmd_94795/
[9] Ook in Frankrijk zijn geen water-water warmtepompen bij P.E.P. gedeponeerd die vergelijkbaar zijn. Er is slechts data beschikbaar van een w-w-warmtepomp van 40 kW. Met deze reden is voor het vergelijk een lucht-water-warmtepomp van 6 kW genomen van Daikin. https://register.pep-ecopassport.org/pep/consult/mbesqrsCBZbWbKJq6-kJ3joidiK4t2J2uw3ef7w3rRE/mbesqrsCBZbWbKJq6-kJ3nXTEwaL2H-VUQApFU2-Q6g
[10] Van alle na 2004 gebouwde woningen is 52,8% een rij-, 2-onder-1-kap- of vrijstaande woning. Het toepassen van dit percentage op de nog te realiseren 900.000 woningen t/m 2030 leidt tot 475.200 woningen. https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2022/31/42-procent-van-alle-woningen-is-een-rijtjeshuis
[11] Zie https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/volkshuisvesting/nieuwe-woningen
[12] Er zijn 50.000 warmtepompen aan nieuwbouwwoningen geleverd aldus de Vereniging Warmtepompen en er zijn 82.000 woningen opgeleverd aldus het CBS