Print blogartikel
Blog
Kern van het probleem is dat een LOD niet smart en niet specifiek is
27 mei 2019 | 5 minuten lezen
Derde TVVL-sessie BIM LOD maakt veel duidelijk, maar ook complexer
Voor de derde keer in korte tijd kwam op 16 mei een groep BIM-specialisten samen tijdens de BIM LOD-sessie van TVVL Triple BIM Community. Zij bogen zich over het vraagstuk hoe zij het Level of Detail of Development (LOD) voor de hele bouwsector eenduidiger en eenvoudiger kunnen maken; een complexe vraag waarop het antwoord naar weer wat stapjes dichterbij kwam. In drie groepen gingen de specialisten aan de slag om uiteindelijk met nieuwe, meer gefocuste antwoorden te komen. Antwoorden die zij in de vierde en laatste sessie tot een zo helder mogelijke boodschap voor de markt willen formuleren.
Het startpunt voor deze bijeenkomst waren de resultaten van de vorige bijeenkomst. Tijdens die sessie hadden de deelnemers drie kernvragen geformuleerd waarop nu - in de vorm van inhaakvragen - vervolgstappen werden geformuleerd. De drie kernvragen met antwoorden zijn als volgt:
- Vraag: Kunnen we LOG(eometrie) en LOI(nformatie) met elkaar toepassen binnen een LOD?
Oplossing: We bedenken een systematiek en werken een invulling uit.
De vervolgstappen zijn:
- Wat is informatie en wat is geometrie?
- Hoe ziet die informatie eruit?
- Voor wie?
- Hoe werken we de antwoorden op bovenstaande uit?
- Wat is ‘must have’ en wat is ‘nice to have’ en wat is realistisch?
- Vraag: Hoe voorzie ik de opdrachtgever van de juiste uitvraag?
Oplossing: We gaan zorgen dat we de opdrachtgever zo ver krijgen dat hij in dialoog gaat met het bouwteam over nut, noodzaak en praktische invulling van BIM in een project.
De vervolgstappen zijn:
- Wie zijn er allemaal een partij, in welke fase en in welke situatie?
- Hoe ziet de juiste en goede uitvraag eruit?
- Wat is die uitvraag voor de verschillende partijen en waarom?
- Wat is ‘must have’ en wat is ‘nice to have’ en wat is realistisch?
- Vraag: Hoe kunnen we de informatiebehoefte per discipline en per fase eenduidig vastleggen?
Oplossing: We bepalen welke disciplines er zijn, welke disciplines we kunnen samenvoegen en welke info elke discipline nodig heeft.
De vervolgstappen zijn:
- Wat zijn de momenten van de waarheid (MvdW)?
- Welke partijen/disciplines spelen een rol?
- Op welk moment is de nood het hoogst?
- Welke info is op dat moment nodig?
- Wat is ‘must have’, wat is ‘nice to have’ en wat is het waarom op de MvdW?
Discussie over inhoud LOI en LOG
Groep nummer 1 startte een discussie over wat er precies voor informatie in een LOI zit en wat in een LOG. Informatie is, zo was de vaststelling, ‘alles wat kennis toevoegt’. En hoe ziet die informatie er dan uit? Het zijn paramaters! De valkuil in deze discussie is dat je heel snel de diepte ingaat. De vaststelling dat informatie alles is dat kennis toevoegt, plus eigenschappen, maakt dat je een erg brede omschrijving krijgt. Voor info draait het om letters, cijfers, false & true. Onder Geo wordt verstaan, zo concludeerde de groep, alles wat geen info is: tekeningen met lengte, breedte, hoogte, vorm en ruimte. In de praktijk bestaat LOI uit parameters en LOG uit plaatjes, aansluitingen, uiterlijke kenmerken. Het uitgangspunt voor LOG is ‘Omniclass’ en voor LOI is dat ILS plus gegevensbeheer voor validatie en onderhoud. Alle partijen in de bouw hebben (in meer of mindere mate) beide type data nodig. Dat geldt voor de partijen in het ontwerp- en realisatieproces, tot en met de eigenaar, de beheerders en uiteindelijk ook de slopers, maar niet iedereen op hetzelfde niveau. Wel kun je al aan het begin van een project bedenken wanneer (in welke fase) je om de verschillende soorten informatie moet vragen en hoe.
Naar ‘consortium-denken’
‘Consortium-denken’ is de belangrijkste en ook de meest effectieve wijze om ervoor te zorgen dat opdrachtgevers met een juiste uitvraag komen. Als je kijkt naar de verschillende rollen van de betrokken partijen, dan kun je niet anders dan in ‘life cycles’ denken. Zo kun je voor iedere rol in het proces naar een eenduidige en bruikbare uitvraag komen. Dit waren enkele van de conclusies van groep 2, die zich met de tweede kernvraag bezig hielden. Binnen het ‘life cycle’ gedachtengoed moeten we vooraf goed bedenken wie en in welke fase welke informatie nodig heeft. Er is dus noodzaak dat we vanuit de fase bedenken wat elke partij nodig heeft. En ook wat partijen - beheerders, onderhoudsbedrijven - in de toekomst nodig hebben. Via ‘top down’ moet de noodzakelijke informatie worden aangeleverd. Via ‘bottem-up’ moeten partijen details toevoegen. De kerntaak voor de opdrachtgever is dat hij de noodzakelijkheid en bruikbaarheid van de details, zowel voor LOI als LOG, bepaalt. Feitelijk ontstaat er een ‘cascade’ aan informatiebehoefte, die afhankelijk is van de verschillende fases. De ‘must haves’ op basis waarvan de opdrachtgever minimaal zijn eisen moet formuleren zijn:
- Techniek / gebouw / terrein
- Proces / bedrijfsvoering
- Welzijn / welbevinden
- Duurzaamheid / circulariteit
- Wet & regelgeving
- ICT-technieken
- Finance
- Cyber security
Bouwaanvraag is cruciale fase
Groep 3 begon met een uitgebreide discussie over welke disciplines wanneer en in welke fase aan bod komen. En welk van die momenten of fases is dan cruciaal? De verschillende fases zijn onder meer de klantvraag/uitvraag, vergunningsaanvraag, contractfase (met opdrachtgever en onderaannemers), de prijsvorming, start van de realisatie, oplevering (met opdrachtgever en gebruiker), beheer en onderhoud. Hun conclusie is dat de vergunningsfase, oftewel de bouwaanvraag, de meest cruciale is, als het gaat om de informatievoorziening voor BIM. Bij de bouwaanvraag zijn over het algemeen de financiën vastgesteld. Ook kun je op de beslissingen die daarin zijn gemaakt - zodra de vergunningen zijn vergeven - idealiter niet meer terugkomen. Want elke aanpassing heeft dan consequenties voor het budget en de vergunning. De informatiebehoefte voor de vergunningsfase is ook zeer breed. De ‘must haves’ in deze fase zijn de prestatie-eisen op het gebied van:
- EPC
- Ventilatie
- Geluid
- Daglicht
- Brand
- Constructie
- Bouwfysica
- Circulair bouwen
Het betekent dat er op dat moment al een integrale regie moet zijn op het ontwerpproces en de uitkomst daarvan. Al die onderwerpen hangen in die fase zo nauw met elkaar samen, dat je vooraf al zeer intensief en uitgebreid aan het engineeren bent. Het betekent ook dat partijen veel eerder moeten samenkomen en dat de selectie van partners in een project eerder moet worden gedaan. Als je in staat bent om in de programmafase de engineering en de informatiebehoefte beter en breder op te pakken, bespaar je tijd en faalkosten in het verloop van het project.
Elke fase heeft beslismoment
Het belangrijkste probleem met de huidige LOD is dat deze niet smart en niet specifiek (genoeg) is. Of, zoals veel deelnemers opmerkten, de huidige wijze waarop we nu de LOD, de mate van detaillering gebruiken, past niet in ons bouwproces met de fases die wij hanteren. Elke fase heeft zijn eigen beslismoment, waarvoor specifieke informatie nodig is. Maar die mate van gedetailleerdheid die daarvoor noodzakelijk is, is niet voor elke discipline in elke fase hetzelfde. Een theoretische oplossing is dat we de fasering van ons bouwproces aanpassen aan de LOD-structuur, maar dat wordt als niet praktisch haalbaar geacht. Veel meer kansen zien de BIM-specialisten in de mogelijkheid om het detailniveau en de gegevensbehoefte per discipline aan het specifieke beslissingsmoment te koppelen. Daarom is besloten om tijdens de vierde en laatste bijeenkomt een plan van aanpak op te stellen waarin een voorbeeld wordt uitgewerkt. Het idee is om daarbij het vakgebied Brand als onderwerp te kiezen. De fase waarin ze een uitwerking maken, is de vergunningsaanvraag. Vervolgens kan dan voor elke discipline worden vastgesteld op welk detailniveau de LOI en LOG beschikbaar moeten zijn.
Wilt u deelnemen aan de laatste BIM-LOD-sessie op 20 juni, dan kunt u zich aanmelden door een mail te sturen naar: Esmeralda Pondman, e.pondman@tvvl.l of bel met 088 4010604.