Blog

Maak van binnen het betere buiten, over natuurlijke elementen en slimme technologieën, deel 3

In de serie over de regiospecial Natuurlijke elementen en slimme technologieën volgt nu een samenvatting van de presentatie van Daan Bruggink, architect en eigenaar van ORGA architect. In zijn presentatie heeft Daan de principes en mogelijkheden van bioph
Profielfoto van André Meijer
29 april 2019 | 2 minuten lezen

Daan Bruggink, architect en eigenaar van ORGA architect, ontwerpt gebouwen gebaseerd op biophilic architectuur en maakt daarbij gebruik van zoveel mogelijk natuurlijke, biobased, materialen. Met als uitgangspunt dat mensen een groot deel van hun leven binnen doorbrengen en dat slechte omstandigheden leiden tot ziekte en meer sterfgevallen, ontwerpt zijn bureau gebouwen met natuurlijke vormen, gebouwd van natuurlijke materialen en met veel interactie met buiten.

De inspiratiebron voor een biobased economie is het natuurlijke proces van circulariteit, het na gebruik terugbrengen van materialen tot de oorspronkelijke elementen zodat deze weer in de cyclus kunnen worden opgenomen. Dit gaat verder dan recycling of circulair bouwen, waarbij onderdelen en materialen worden hergebruikt. In deze processen worden stoffen gewonnen uit de aarde, meerdere keren gebruikt en vervolgens alsnog verband of gestort. Een biobased proces maakt gebruik van natuurlijke grondstoffen, die na gebruik weer volledig kunnen worden opgenomen in de natuurlijke cyclus, zonder vervuiling achter te laten. Bovendien groeien de materialen terug tijdens gebruik. De natuurlijke cyclus herstelt de voorraad, de technische cirkel niet.

Inmiddels zijn er diverse mogelijkheden voor het terugbrengen van gebruikte materialen naar de grondstof. Beton worden gescheiden in de kiezels, het zand en het cement, alles weer opnieuw te gebruiken in hoogwaardige toepassingen, niet alleen als vulmiddel.

Naast hout, dat als vanouds wordt gebruikt als bouwmateriaal, komen steeds meer producten op de markt die zijn gemaakt van natuurlijke materialen. Wat eerder als afvalmateriaal van gekweekte groenten werd gezien, kan nu dienen als grondstof voor bouwmaterialen.

Het gebruik van deze materialen vraagt wel een eigen verwerkingswijze, niet alle oude bouwmethoden zijn toepasbaar. In sommige gevallen zal ook het verwachtingspatroon van levensduur en verwering moeten worden bijgesteld.

Natuurlijke materialen hebben een dempende werking op fluctuaties in de omstandigheden in het gebouw. Waar bij traditionele materialen vaak stevig moet worden gecorrigeerd door middel van installaties, kunnen de gedwongen correcties bij het gebruik van natuurlijke materialen beperkt blijven en bijvoorbeeld met natuurlijke ventilatie worden verzorgd. Correcties kunnen door gebruik te maken van slimme regelsystemen op de juiste wijze worden doorgevoerd, natuur en techniek versterken elkaar.

Volledig integraal ontwerpen maakt dat alle voorzieningen nodig zijn om tot het beoogde resultaat te komen. Ook voorzieningen die vaak als additioneel worden gezien, moeten een belangrijke functie hebben in het gebruik van een gebouw. Weglaten is dan geen optie meer.

In de bekende duurzaamheids-waarderingssystemen, zoals BREEAM, krijgen de laatste tijd juist materialen en gezondheid meer aandacht. Dit vooral omdat voor overige aspecten, zoals energie en afval, vaak al vanuit regelgeving een hoog niveau wordt geëist.

Biophilic architectuur is gebaseerd op diverse principes. Directe ervaring van natuur door middel van planten, dieren, licht, lucht, water en weer is de eerste. De tweede is indirecte ervaring van de natuur, door natuurlijke vormen, natuurlijke materialen, veroudering van materialen en beelden van de natuur.

Het ervaren van ruimte en plaats is een andere pijler. Variatie in omgeving, vergezichten naast beschutting, complexiteit, bewegingsruimte en routemarkering geven hier bijvoorbeeld invulling aan.

De voordelen van biophilic ontwerpen, zoals minder ziekteverzuim, meer werkplezier, hogere productiviteit, hogere opbrengsten, vinden vaak wel weerklank bij gebruikers van gebouwen. Maar dit zijn vaak niet de opdrachtgevers.

Er ontstaat daarom nog wel eens spanning tussen voordelen in het gebruik en kosten voor het gebouw. Wanneer echter de mens voorop wordt gesteld, zou de keuze niet moeilijk meer moeten zijn.

In de blog van volgende week, de laatste in deze serie, staat centraal hoe de nieuwe technische ontwikkelingen juist kunnen helpen om de mens centraal te zetten. Anne Wernands en Jip Eilbracht, beiden van Mapic, hebben laten zien dat dit heel goed mogelijk is.