Blog

Hoe relevant is het gasnet nog?

Profielfoto van Frank van Alphen
12 november 2019 | 3 minuten lezen

De laatste jaren speelt er veel op het gebied van aardgas en het aardgassysteem in Nederland. Zo reduceren we met versneld tempo de aardgaswinning en wordt er extra stikstofproductie bijgebouwd. Ook realiseren we inmiddels meer aardgasvrije nieuwbouwwoningen dan woningen met een gasaansluiting. Aardgasvrije alternatieven en isolatiemaatregelen gaan bovendien een steeds significantere rol spelen in het energiesysteem. Door energietransitieprogramma’s als ‘#vangaslos en Stroomversnelling en het overheidsdoel dat de gebouwde omgeving in 2050 geen CO2 meer mag uitstoten, is de vraag: ‘hoe relevant is het gasnet nog?’

 

Eerst een paar cijfers. In Nederland staan zo’n 8 miljoen gebouwen. Het gaat om 7 miljoen woningen – flats, rijtjeswoningen en vrijstaande woningen ­– en 1 miljoen kantorengebouwen en ziekenhuizen. De overgrote meerderheid van deze gebouwen kookt en stookt op aardgas. Ruim een kwart van het Nederlandse energieverbruik en zo’n 15% van de CO₂-uitstoot vindt in de gebouwde omgeving plaats, thuis en op het werk.

 

Als je naar de energievraag van een gemiddelde woning kijkt, dan komt circa 80% van de energie via de gasleiding binnen. Van deze 80% wordt ongeveer 70% gebruikt voor het verwarmen van de woning, zo’n 20% voor het verwarmen van tapwater (douche, bad et cetera) en circa 10% voor koken. Deze cijfers maken duidelijk dat de grootste uitdaging zit in de manier waarop gebouwen duurzaam verwarmd kunnen worden. Hierbij focus ik me op de bestaande gebouwde omgeving. Bij nieuwbouw houdt men vanaf de tekentafel al rekening met een duurzaam alternatief voor aardgas. Hoe gaan we bestaande gebouwen aanpassen zodat deze, op een maatschappelijk gedragen manier, duurzamer worden?

 

Duurzame gassen zoals biogas, groen gas en (groene) waterstof gaan hierbij een rol spelen. In Nederland is er al een fijnmazig en goed onderhouden gasnet aanwezig. Als we naar duurzame bronnen zoals zon en wind kijken in relatie tot de energiebehoeften van de gebouwde omgeving, dan is er sprake van een grote ongelijktijdigheid tussen productie en verbruik. Om windturbines en zonnepanelen efficiënt te benutten, is opslag van energie nodig. Elektriciteit opslaan in een batterij is erg kostbaar (ongeveer 200 euro per kWh) en daarnaast leent een batterij zich lastig om elektriciteit over een langere periode op te slaan. Als elektriciteit daarentegen wordt omgezet naar een gasvormige energiedrager, zoals waterstof, is de opslag ruim honderd keer goedkoper. Naast het opslaan van energie zijn transport en distributie van energie ook relevante aspecten. Zo levert het gasdistributienet 10 keer zoveel energie en een ongeveer 4 keer hogere (piek)capaciteit dan het elektriciteitsdistributienet, tegen dezelfde kosten. Op deze manier kan het bestaande gasnet aan een tweede jeugd beginnen voor de energiebehoeften van de gebouwde omgeving.

 

Begin juni 2018 hebben de netbeheerders het onderzoek ‘Toekomstbestendige gasdistributienetten’ afgerond, met als conclusie dat het bestaande gasnet vrij eenvoudig geschikt gemaakt kan worden voor 100% waterstof. Sinds de publicatie van het rapport gaan de waterstofontwikkelingen hard. Ook bij de uitwerking van het Klimaatakkoord is de inzet van waterstof voor de netbeheerders een belangrijk aandachtspunt. Er is niet een pasklaar antwoord voor het halen van de klimaatdoelstellingen. Je moet alle opties openhouden en per locatie kijken wat de beste en meest verantwoorde manier is om over te stappen op een duurzaam alternatief.

 

Gezien alle ontwikkelingen en de omvang van de uitdaging ben ik van mening dat het gasnet op dit moment en in de toekomst een significante rol speelt en blijft spelen. Om waterstof daadwerkelijk als waardevolle optie in te gaan zetten als duurzaam alternatief moet er nog wel het nodige gebeuren. Omdat wij netbeheerders maar over een deel van de keten gaan, hebben we daarom alle ketenpartners van het gasnet nodig zoals technische dienstverleners, installatiebedrijven en technische detailhandel. Daarnaast is er ook een belangrijke rol weggelegd voor veiligheidsinstanties, toezichthouders, gemeenten en andere overheden om samen dit pad op te gaan. Om deze reden wil ik dan ook de oproep doen om dit traject samen te bewandelen, “wie gaat er mee?”

 

Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder.
-Afrikaans spreekwoord-

 

 

Frank van Alphen

Netstrateeg Gas - Asset Management Stedin

Voorzitter van de werkgroep Netwerken van Duurzame Gassen (Netbeheer Nederland)

 

Referenties: